BannerBlueWhite

Belgisch wit-blauw

Voor het “blauwe rund“ werd in navolging van het Belgische trekpaard, toen in zijn glorieperiode, een gelijkaardige structuur opgezet, maar deze was wel veel minder coherent. Er werden verschillende provinciale stamboeken opgezet, wedstrijden en keuringen werden zowat overal georganiseerd, en dan vooral in het zuidelijke deel van het land. Deze structuur werd echter volledig weggeveegd door de WO I.
 
Toch neemt de organisatie opnieuw de draad op na de oorlog. Men trachtte hierbij de acties beter te coördineren en zo werd het “Dubbeldoelras van Midden- en Hoog-België“ geboren.
 
Door de plotselinge stijging van de levensstandaard na WO II verandert het eetpatroon van de bevolking grondig. Meer en meer gaat de voorkeur uit naar mals vlees zonder vet dat vlug bereidbaar is.
 
Ondanks het feit dat men reeds gedurende deze periode toegeeft dat dit dubbeldoelras een natuurlijke aanleg heeft voor de vleesproductie, worden enkel echte dubbeldoeldieren toegelaten tot het stamboek. Dieren met een extreme conformatie blijven uitgesloten.
 
In de loop van de jaren 60 zorgen de rundveehouders voor een snelle omvorming van het dubbeldoelras tot een echt superieur vleesras d.m.v. de stieren in de KI-stations.
 
In 1973 wordt door de reorganisatie van de rundveeverenigingen een nieuw stamboek geboren. Om nog meer aandacht te vestigen op de verschillen krijgt het ras de naam "Belgisch wit-blauw". Voor de (natuurlijke) selectie is al snel een mijlpaal in zicht. Door de standaardisatie worden voortaan enkel nog dieren voortgebracht die voldoen aan de strenge eisen van een echt superieur vleestype. Het selectiewerk bestaat er vanaf dan enkel nog in om dieren voort te brengen die een nog betere ontwikkeling met zich mee dragen.
 
Voor het ontstaan van het Belgische wit-blauwe ras moeten we terug gaan naar de 18e eeuw. Bij het begin van de Industriële Revolutie in Engeland neemt de vraag naar dierlijke producten sterk toe. Deze vraag leidt tot een verbetering van de genetica van de "authentieke runderrassen".
 
In het begin van de 19e eeuw verschijnt een nieuw ras ten tonele: de "Shorthorn of Durham" genaamd. Het stamboek van dit ras wordt geopend in 1822. Dit ras kent een ongewoon grote verspreiding zowel in West-Europa als in Noord-Amerika. De lichaamsbouw van dit dier wordt dikwijls vergeleken met een "baksteen met in elke hoek een poot".
 
België, dat net zijn onafhankelijkheid verklaarde, staat nog in zijn kinderschoenen en moet alles nog opbouwen, zo ook zijn rundveehouderij die tot nog toe bestond uit een lappendeken van diverse rassen. De toenmalige regering ziet in de "Shorthorn" een element van verbetering en organiseert vervolgens de import van kweekdieren van dit ras. De resultaten van de inmenging van dit Engels bloed in de autochtone populatie vielen echter tegen. Men verweet deze kruislingen, die meestal een blauwe kleur hadden (de moederdieren zijn zwartbont of roodbont), een gebrekkige melkproductie en een overmatige vervetting van de toplaag.
 
Als reactie hierop beginnen de beenhouwers een campagne tegen de Shorthorn en de “stieren van de regering“. Deze kritiek zal een schaduw vormen op de Shorthorn waardoor het ras reeds voor het einde van de 19e eeuw verdwijnt. Het huidige Belgische wit-blauwe ras heeft echter zijn sierlijke lijn, zijn vruchtbaarheid en zijn diversiteit aan kleuren (blauw, wit en zwart) overgeërfd.
 
Op het einde van de 19e eeuw ontstaat in Midden- en Hoog-België het idee om een “blauw“ ras te ontwikkelen dat ontdaan is van de negatieve eigenschappen van de Durham.

Voor het “blauwe rund“ werd in navolging van het Belgische trekpaard, toen in zijn glorieperiode, een gelijkaardige structuur opgezet, maar deze was wel veel minder coherent. Er werden verschillende provinciale stamboeken opgezet, wedstrijden en keuringen werden zowat overal georganiseerd, en dan vooral in het zuidelijke deel van het land. Deze structuur werd echter volledig weggeveegd door de WO I.
 
Toch neemt de organisatie opnieuw de draad op na de oorlog. Men trachtte hierbij de acties beter te coördineren en zo werd het “Dubbeldoelras van Midden- en Hoog-België“ geboren.
 
Door de plotselinge stijging van de levensstandaard na WO II verandert het eetpatroon van de bevolking grondig. Meer en meer gaat de voorkeur uit naar mals vlees zonder vet dat vlug bereidbaar is.
 
Ondanks het feit dat men reeds gedurende deze periode toegeeft dat dit dubbeldoelras een natuurlijke aanleg heeft voor de vleesproductie, worden enkel echte dubbeldoeldieren toegelaten tot het stamboek. Dieren met een extreme conformatie blijven uitgesloten.
 
In de loop van de jaren 60 zorgen de rundveehouders voor een snelle omvorming van het dubbeldoelras tot een echt superieur vleesras d.m.v. de stieren in de KI-stations.
 
In 1973 wordt door de reorganisatie van de rundveeverenigingen een nieuw stamboek geboren. Om nog meer aandacht te vestigen op de verschillen krijgt het ras de naam "Belgisch wit-blauw". Voor de (natuurlijke) selectie is al snel een mijlpaal in zicht. Door de standaardisatie worden voortaan enkel nog dieren voortgebracht die voldoen aan de strenge eisen van een echt superieur vleestype. Het selectiewerk bestaat er vanaf dan enkel nog in om dieren voort te brengen die een nog betere ontwikkeling met zich mee dragen.
 
Voor het ontstaan van het Belgische wit-blauwe ras moeten we terug gaan naar de 18e eeuw. Bij het begin van de Industriële Revolutie in Engeland neemt de vraag naar dierlijke producten sterk toe. Deze vraag leidt tot een verbetering van de genetica van de "authentieke runderrassen".
 
In het begin van de 19e eeuw verschijnt een nieuw ras ten tonele: de "Shorthorn of Durham" genaamd. Het stamboek van dit ras wordt geopend in 1822. Dit ras kent een ongewoon grote verspreiding zowel in West-Europa als in Noord-Amerika. De lichaamsbouw van dit dier wordt dikwijls vergeleken met een "baksteen met in elke hoek een poot".
 
België, dat net zijn onafhankelijkheid verklaarde, staat nog in zijn kinderschoenen en moet alles nog opbouwen, zo ook zijn rundveehouderij die tot nog toe bestond uit een lappendeken van diverse rassen. De toenmalige regering ziet in de "Shorthorn" een element van verbetering en organiseert vervolgens de import van kweekdieren van dit ras. De resultaten van de inmenging van dit Engels bloed in de autochtone populatie vielen echter tegen. Men verweet deze kruislingen, die meestal een blauwe kleur hadden (de moederdieren zijn zwartbont of roodbont), een gebrekkige melkproductie en een overmatige vervetting van de toplaag.
 
Als reactie hierop beginnen de beenhouwers een campagne tegen de Shorthorn en de “stieren van de regering“. Deze kritiek zal een schaduw vormen op de Shorthorn waardoor het ras reeds voor het einde van de 19e eeuw verdwijnt. Het huidige Belgische wit-blauwe ras heeft echter zijn sierlijke lijn, zijn vruchtbaarheid en zijn diversiteit aan kleuren (blauw, wit en zwart) overgeërfd.
 
Op het einde van de 19e eeuw ontstaat in Midden- en Hoog-België het idee om een “blauw“ ras te ontwikkelen dat ontdaan is van de negatieve eigenschappen van de Durham.

Kenmerken Belgisch wit-blauw

Zeer hoge natuurlijke spierontwikkeling

Star

Zeer hoge natuurlijke spierontwikkeling

Grote uniformiteit onder de dieren

Star

Grote uniformiteit onder de dieren

Groot formaat en goede vruchtbaarheid

Star

Groot formaat en goede vruchtbaarheid

Mogelijkheid om jong rundvlees te produceren

Star

Mogelijkheid om jong rundvlees te produceren

Voederefficiëntie bij het vetmesten. Daar Belgisch Blauw-Witte dieren een hogere voederefficiëntie en een tragere stofwisseling hebben, stoten ze minder stikstof uit dan andere rassen, wat ecologisch een voordeel is.

Star

Voederefficiëntie bij het vetmesten. Daar Belgisch Blauw-Witte dieren een hogere voederefficiëntie en een tragere stofwisseling hebben, stoten ze minder stikstof uit dan andere rassen, wat ecologisch een voordeel is.

Aangenaam karakter

Star

Aangenaam karakter

Banner Blonde Daquitaine

Blonde d’Aquitaine

De Blonde d'Aquitaine is een runderras dat oorspronkelijk afkomstig is uit de regio Aquitaine in het zuidwesten van Frankrijk. Het ras is ontstaan uit het samenvoegen van lokale vleestypen, zoals de Garonnais en de Quercy, in de vroege 20e eeuw. Het doel was om een ras te ontwikkelen dat zowel geschikt was voor vleesproductie als voor het leveren van hoogwaardig rundvlees.

 

Het fokprogramma voor de Blonde d'Aquitaine begon in 1962, en het ras werd officieel erkend in 1963. Sindsdien is het ras wereldwijd verspreid en wordt het vaak gefokt voor zijn uitstekende vleeskwaliteit. Blonde d'Aquitaine-runderen staan bekend om hun goede vleesopbrengst, snelle groei, en de kwaliteit van het vlees, dat mager is met een fijne textuur en uitstekende smaak.

Verder is de Blonde d'Aquitaine een rustig ras, dat gemakkelijk is in de omgang onder elkaar en met mensen.

 

De Blonde d'Aquitaine heeft een opvallende blonde vacht, en de dieren hebben over het algemeen een robuuste bouw.  De kalveren die de Blonde d'Aquitaine ter wereld brengt zijn vaak iets kleiner dan gemiddeld. Hierdoor komen zij vrij gemakkelijk ter wereld en worden de kalveren op een natuurlijke manier geboren.

 

De geschiedenis van de Blonde d'Aquitaine illustreert de inspanningen van veefokkers om rassen te ontwikkelen die voldoen aan de specifieke eisen van de moderne vee-industrie, met de nadruk op efficiënte vleesproductie en hoogwaardige vleeskwaliteit.

 

 

Kenmerken:

 

Blonde d'Aquitaine-rundvlees staat bekend om zijn uitstekende kwaliteit en specifieke kenmerken die het aantrekkelijk maken voor consumenten en de vleesindustrie. Hier zijn enkele belangrijke kenmerken van Blonde d'Aquitaine-rundvlees:

 

Magerheid: Blonde d'Aquitaine-rundvlees is over het algemeen mager, wat betekent dat het een lager vetgehalte heeft dan sommige andere rundvleesrassen. Dit maakt het aantrekkelijk voor consumenten die letten op hun vetinname.

 

Fijne textuur: Het vlees van Blonde d'Aquitaine-runderen heeft een fijne textuur, waardoor het mals en sappig is. Dit draagt bij aan de algemene eetervaring.

 

Goede vleesopbrengst: Blonde d'Aquitaine-runderen staan bekend om hun goede vleesopbrengst. Dit betekent dat een groot deel van het lichaamsgewicht van het dier resulteert in hoogwaardig vlees, wat economisch gunstig is voor veefokkers.

 

Uitstekende smaak: Het vlees van Blonde d'Aquitaine heeft over het algemeen een uitstekende smaak. De combinatie van magerheid, fijne textuur en goede vleesopbrengst draagt bij aan de smaakbeleving van het vlees.

 

Efficiënte groei: Blonde d'Aquitaine-runderen hebben de reputatie snel te groeien, wat gunstig is voor de vleesproductie. Een snelle groei draagt bij aan het efficiënte gebruik van voedingsstoffen en middelen.

De Blonde d'Aquitaine is een runderras dat oorspronkelijk afkomstig is uit de regio Aquitaine in het zuidwesten van Frankrijk. Het ras is ontstaan uit het samenvoegen van lokale vleestypen, zoals de Garonnais en de Quercy, in de vroege 20e eeuw. Het doel was om een ras te ontwikkelen dat zowel geschikt was voor vleesproductie als voor het leveren van hoogwaardig rundvlees.

 

Het fokprogramma voor de Blonde d'Aquitaine begon in 1962, en het ras werd officieel erkend in 1963. Sindsdien is het ras wereldwijd verspreid en wordt het vaak gefokt voor zijn uitstekende vleeskwaliteit. Blonde d'Aquitaine-runderen staan bekend om hun goede vleesopbrengst, snelle groei, en de kwaliteit van het vlees, dat mager is met een fijne textuur en uitstekende smaak.

Verder is de Blonde d'Aquitaine een rustig ras, dat gemakkelijk is in de omgang onder elkaar en met mensen.

 

De Blonde d'Aquitaine heeft een opvallende blonde vacht, en de dieren hebben over het algemeen een robuuste bouw.  De kalveren die de Blonde d'Aquitaine ter wereld brengt zijn vaak iets kleiner dan gemiddeld. Hierdoor komen zij vrij gemakkelijk ter wereld en worden de kalveren op een natuurlijke manier geboren.

 

De geschiedenis van de Blonde d'Aquitaine illustreert de inspanningen van veefokkers om rassen te ontwikkelen die voldoen aan de specifieke eisen van de moderne vee-industrie, met de nadruk op efficiënte vleesproductie en hoogwaardige vleeskwaliteit.

 

 

Kenmerken:

 

Blonde d'Aquitaine-rundvlees staat bekend om zijn uitstekende kwaliteit en specifieke kenmerken die het aantrekkelijk maken voor consumenten en de vleesindustrie. Hier zijn enkele belangrijke kenmerken van Blonde d'Aquitaine-rundvlees:

 

Magerheid: Blonde d'Aquitaine-rundvlees is over het algemeen mager, wat betekent dat het een lager vetgehalte heeft dan sommige andere rundvleesrassen. Dit maakt het aantrekkelijk voor consumenten die letten op hun vetinname.

 

Fijne textuur: Het vlees van Blonde d'Aquitaine-runderen heeft een fijne textuur, waardoor het mals en sappig is. Dit draagt bij aan de algemene eetervaring.

 

Goede vleesopbrengst: Blonde d'Aquitaine-runderen staan bekend om hun goede vleesopbrengst. Dit betekent dat een groot deel van het lichaamsgewicht van het dier resulteert in hoogwaardig vlees, wat economisch gunstig is voor veefokkers.

 

Uitstekende smaak: Het vlees van Blonde d'Aquitaine heeft over het algemeen een uitstekende smaak. De combinatie van magerheid, fijne textuur en goede vleesopbrengst draagt bij aan de smaakbeleving van het vlees.

 

Efficiënte groei: Blonde d'Aquitaine-runderen hebben de reputatie snel te groeien, wat gunstig is voor de vleesproductie. Een snelle groei draagt bij aan het efficiënte gebruik van voedingsstoffen en middelen.

Kenmerken Blonde d'Aquitaine

Ecologisch door efficiënte voederconversie en snelle groei

Star

Ecologisch door efficiënte voederconversie en snelle groei

Groot vermogen om zich aan te passen aan verschillende klimatologische omstandigheden

Star

Groot vermogen om zich aan te passen aan verschillende klimatologische omstandigheden

Goede spierontwikkeling, wat resulteert in een hoog percentage mager vlees

Star

Goede spierontwikkeling, wat resulteert in een hoog percentage mager vlees

Goede vruchtbaarheid en efficiënte reproductie

Star

Goede vruchtbaarheid en efficiënte reproductie